Stoken met hout in een houtkachel of open haard kan een effectieve manier zijn om een ruimte te verwarmen en een gezellige sfeer te creëren. Hier zijn de basisstappen voor het stoken met hout:

1. Selecteer het juiste hout:
   • Gebruik droog, goed gekliefd hout. Het hout moet goed zijn gedroogd (idealiter met een vochtgehalte van 15-20%) om efficiënt te branden en om rook en teeropbouw te verminderen.
   • Hardhout zoals eiken, esdoorn, beuk en fruitbomen brandt langzaam en produceert veel warmte. Zachthout zoals den of spar ontbrandt sneller, maar brandt ook sneller op.
2. Bouw een geschikte brandstapel:
   • Plaats een laag as of een rooster in de vuurhaard om goede luchttoevoer te garanderen.
   • Plaats de grootste stukken hout onderaan, leg dan kleinere stukken er bovenop in een kruisvorm, en voeg vervolgens aanmaakhout en aanmaakblokjes toe bovenop de stapel.
3. Steek het vuur aan:
   • Gebruik aanmaakhout en aanmaakblokjes om het vuur aan te steken.
   • Zorg voor voldoende zuurstoftoevoer om het vuur snel te laten ontbranden.
4. Laat het vuur goed op gang komen:
   • Wacht tot het vuur krachtig brandt en het hout goed in vlammen staat voordat je meer hout toevoegt.
5. Voeg hout toe:
   • Voeg hout toe aan het vuur als de vlammen beginnen te verminderen, maar wacht niet te lang om te voorkomen dat het vuur volledig dooft.
6. Onderhoud en controle:
   • Controleer regelmatig de luchttoevoer en pas deze aan indien nodig.
   • Verwijder as en roet regelmatig om de efficiëntie te behouden.
7. Veiligheid:
   • Houd altijd rekening met de veiligheidsvoorschriften en lokale regelgeving met betrekking tot het gebruik van houtkachels en open haarden.
   • Zorg voor een rookmelder in de ruimte en een koolmonoxidemelder in de buurt van de houtkachel.

Houd er rekening mee dat verantwoord stoken met hout ook inhoudt dat je het milieu en de luchtkwaliteit respecteert. Kies duurzaam geproduceerd hout en vermijd het verbranden van behandeld of geverfd hout, omdat dit schadelijke stoffen kan uitstoten