Centrale verwarming is een systeem waarbij warmte wordt opgewekt op één centrale locatie en vervolgens wordt gedistribueerd naar verschillende ruimtes of kamers in een gebouw. Het doel van centrale verwarming is om een comfortabele en gelijkmatige temperatuur te handhaven in de hele structuur, ongeacht het weer buiten.

De belangrijkste componenten van een centrale verwarmingssysteem omvatten:

1. Verwarmingsketel (CV-ketel): Dit is het apparaat dat verantwoordelijk is voor het opwarmen van water of een ander warmteoverdrachtsmedium. CV-ketels kunnen werken op verschillende brandstoffen, zoals gas, olie, elektriciteit of hernieuwbare energiebronnen.
2. Radiatoren of convectoren: Deze worden in elke ruimte of kamer geïnstalleerd en ontvangen het verwarmde water van de ketel. Radiatoren geven warmte af aan de lucht in de kamer, waardoor de temperatuur stijgt.
3. Leidingen en leidingwerk: Buizen transporteren het verwarmde water van de ketel naar de radiatoren en brengen het afgekoelde water weer terug naar de ketel voor herverwarming. Het leidingwerk zorgt voor de circulatie van het warmteoverdrachtsmedium.
4. Thermostaat: Dit apparaat wordt gebruikt om de gewenste temperatuur in een ruimte in te stellen. Moderne thermostaten kunnen het hele verwarmingssysteem regelen en zorgen voor een geautomatiseerde temperatuurregeling.
5. Pompen: Deze zijn verantwoordelijk voor het circuleren van het verwarmde water door het leidingstelsel en naar de radiatoren.

Centrale verwarmingssystemen kunnen ook gebruikmaken van andere warmtebronnen, zoals warmtepompen, die warmte uit de buitenlucht, grond of water halen. Het doel is om een efficiënte en effectieve manier van verwarmen te bieden, waarbij warmte gelijkmatig wordt verdeeld over alle ruimtes in een gebouw.

Centrale verwarming is populair vanwege het gemak en de gelijkmatige verwarming die het biedt. Het is geschikt voor verschillende soorten gebouwen, van huizen tot grote commerciële complexen.