Waterstofverwarming verwijst naar het gebruik van waterstofgas (H2) als energiebron voor het produceren van warmte in verwarmingssystemen. In een waterstofverwarmingssysteem wordt waterstof als brandstof gebruikt om warmte te genereren, vergelijkbaar met hoe aardgas momenteel wordt gebruikt in veel verwarmingssystemen. Het belangrijke verschil is dat het verbranden van waterstof geen koolstofdioxide (CO2) produceert als bijproduct, waardoor het een potentieel schone en klimaatvriendelijke energiebron is.

Het algemene proces van waterstofverwarming omvat de volgende stappen:

1. Productie van waterstof: Waterstof kan op verschillende manieren worden geproduceerd, zoals elektrolyse (waarbij water met behulp van elektriciteit wordt gesplitst in waterstof en zuurstof) of reforming van aardgas met koolstofafvangtechnologie (om de CO2-uitstoot te verminderen).
2. Opslag en distributie: Waterstof kan worden opgeslagen en getransporteerd naar de locatie waar het als brandstof zal worden gebruikt.
3. Verbranding: In het verwarmingssysteem wordt waterstof verbrand in een speciale ketel of verbrandingseenheid om warmte te produceren. Tijdens dit proces wordt alleen waterdamp als bijproduct gegenereerd, zonder de uitstoot van broeikasgassen zoals CO2.

Waterstofverwarming wordt gezien als een potentiële schone energiebron voor verwarmingssystemen, met name in situaties waar elektrificatie moeilijk haalbaar is, zoals bij industriële processen of in bestaande gebouwen met een gasinfrastructuur. Er zijn echter nog enkele uitdagingen, zoals de kosteneffectiviteit van waterstofproductie en de noodzaak van geschikte opslag- en distributie-infrastructuur. De ontwikkeling van waterstof als verwarmingsbron is nog in volle gang, en onderzoek en technologische vooruitgang zullen de implementatie op grotere schaal bepalen.