Voor een efficiënte en schone verbranding in je houtkachel is het belangrijk om het juiste type hout te gebruiken. Hier zijn enkele richtlijnen voor het selecteren van geschikt hout:

1. Droog hout:
   • Gebruik alleen goed gedroogd hout. Het hout moet een vochtigheidsgraad van ongeveer 20% of minder hebben. Droog hout brandt efficiënter en produceert minder rook.
2. Hardhout vs. Zachthout:
   • Geef de voorkeur aan hardhout zoals eiken, esdoorn, beuk, haagbeuk, essen, of fruitbomen. Hardhout heeft een hogere dichtheid en bevat meer energie per volume dan zachthout. Het brandt langzamer en genereert meer warmte.
3. Vermijd behandeld hout:
   • Gebruik geen behandeld hout, geverfd hout, spaanplaat, multiplex of ander bewerkt hout. Deze materialen kunnen schadelijke stoffen uitstoten bij verbranding.
4. Klief het hout:
   • Klief het hout tot geschikte afmetingen, meestal tussen de 8 en 15 centimeter in diameter. Kleinere stukken drogen sneller en ontbranden gemakkelijker.
5. Seizoenshout:
   • Laat vers gekapt hout eerst goed drogen voordat je het in de kachel gebruikt. Dit proces kan enkele maanden tot een jaar duren, afhankelijk van de houtsoort en de omstandigheden.
6. Opslag:
   • Bewaar het hout op een droge plaats, bij voorkeur afgedekt, zodat het niet opnieuw vochtig wordt.
7. Gemengd hout:
   • Een mix van hardhout en zachthout kan een goede balans bieden tussen snel ontbranden (zachthout) en langdurige warmteafgifte (hardhout).
8. Gebruik aanmaakhout:
   • Gebruik aanmaakhout, zoals dunne twijgjes, om het vuur gemakkelijk te ontsteken.

Het is belangrijk om te onthouden dat het gebruik van geschikt hout niet alleen de efficiëntie van de verbranding verbetert, maar ook de levensduur van je kachel en het rookkanaal verlengt. Raadpleeg ook altijd de handleiding van je houtkachel voor specifieke aanbevelingen en onderhoudsinstructies.